Regels en praktijk bij aanleg

Regelgeving aanleg elektriciteit

Bij de aanleg van elektrische installaties (400/230 Volt) moet men in Nederland voldoen aan de installatienorm NEN 1010. In deze norm staat in detail alle veiligheidsbepalingen. Zo staat omschreven hoe beveiligingen moeten worden gerealiseerd en welke materialen er moet worden gebruikt. Installateurs moeten werken volgens deze norm.
Aandachtspunten

Hieronder staat een aantal aandachtspunten uit de NEN 1010 met betrekking op warenmarkten.

– Elektrisch materieel moet beschermd zijn tegen uitwendige invloeden (zoals mechanisch en vocht);
– Aansluitpunten voor marktkramen en wagens moeten individueel worden beveiligd door aardlekschakelaars met een aanspreekstroom van maximaal 30mA;
– Tijdelijke installaties voor feest- en kerstboomverlichting moeten zijn beveiligd door een aardlekschakelaar 30mA;
– Er moet een voldoende aantal aansluitpunten op doeltreffend gekozen plaatsen aanwezig zijn;
– Verplaatsbare kabels van marktkramen en marktwagens moeten minimaal een kerndoorsnede hebben van 2,5 mm2 en hebben een maximale lengte van 20 meter;
Verplaatsbare leidingen hebben een rubberen mantel.

De NEN 1010 bestaat uit meerdere delen

Een EN 124 aanduiding op riooldeksel

Ondergrondse kasten
Naast de installatienorm moet bij het toepassen van ondergrondse technische behuizingen in de openbare ruimte rekening worden gehouden met de Europese verkeersnorm EN 124. In deze norm wordt weergegeven aan welke eisen deksels moeten voldoen.

UITLEG NORM EN124

Vuistregels en praktijk aanleg elektra

Hieronder vindt u een aantal vuistregels waarbij tijdens het ontwerp en aanleg van een markt rekening moet worden gehouden. Deze vuistregels zijn ondersteund met enige praktijkvoorbeelden.

Vuistregels:
– Elke kraam moet voorzien worden van een individuele voeding;
– Gebruik alleen industriële Ceenorm contactdozen en stekkers;
– Maak onderscheid in licht- en krachtaansluitpunten;
– Elke voeding individueel beveiligen met aardlekautomaten 30 mA;
– Maximale lengte kabel tussen kast en kraam is 20 meter;
– Bijvoorbeeld bij 4 meter kraamlengte kunnen er per rij circa 10 kramen per kast worden gevoed;
– Dus het aantal kramen op een markt gedeeld door tien is een indicatie van aantal benodigde kasten;
– Zorg in elke kast voor één of meerdere krachtaansluitpunten, hierdoor ontstaat een strategische verdeling;
– Positioneer de kasten zodanig dat de kabels niet liggen in loopgebieden van publiek;
– Zorg voor goede aardingsvoorzieningen;
– Zorg dat de kooplieden niet bij de verdeelinrichting kunnen komen.

Hieronder zie je verschillende praktijk foto’s zoals het hoort

Ceenorm stekkers en contactdozen

Kabels achter de kramen

Publieksruimte obstakelvrij

Praktijk voorbeelden zoals het niet hoort

Kabels langer dan 20 meter

Onveilige kast en verkeerd materieel

Struikelgevaar

Onveilige kast en geen juiste stekkers

Struikel en brandgevaar

Gevolg van onjuiste deksels

Contact
Nieuwsgierig geworden wat wij voor u kunnen betekenen? Neem gerust contact men ons voor een vrijblijvende afspraak om van gedachten te wisselen.

CONTACT

Noot: alle informatie is met grote zorg samengesteld en is een mix van diverse regelgeving en praktijkervaring. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend en wij zijn niet aansprakelijk voor mogelijke consequenties die voortvloeien uit deze informatie.