Regelgeving bij gebruik elektriciteit

Bij het toepassen van elektrische installaties in de openbare ruimte heeft men rekening te houden met verschillende verantwoordelijkheden.

Deze zijn onder te verdelen in vier groepen:

  • Eigenaar (zoals gemeenten);
  • Beheerder (zoals gemeenten of exploitant);
  • Gebruiker (bijvoorbeeld bij markten de kooplieden);
  • Bezoeker (bijvoorbeeld bij markten het publiek).

Bij markten en evenementen zijn de eigenaar, beheerder en gebruikers verplicht om te zorgen dat de veiligheid voor hun zelf en van de bezoekers is gewaarborgd. Daarentegen kan een eigenaar of beheerder geen verantwoordelijkheid nemen voor de aanleg en gebruik van de installaties van de gebruiker. En de gebruiker mag er vanuit gaan dat de eigenaar en beheerder een verantwoorde installatie bezitten en beheren.

Scheiding verantwoordelijkheden

Om dit goed te regelen is een goede scheiding en onderkenning van verantwoordelijkheden van groot belang. Dus bij een markt ligt de verantwoordelijkheid van de eigenaar en beheerder tot en met het leveringspunt (contactdoos in de kast) en die van de gebruiker vanaf de stekker die in de contactdoos wordt geplaatst.

De noodzaak om deze verantwoordelijkheden goed te organiseren wordt verstrekt door de ‘veramerikanisering’ van de maatschappij. Zo stellen individuen en verzekeringsmaatschappijen bij incidenten de verantwoordelijken steeds meer juridisch en financieel aansprakelijk.

Arbo-wet

Bij het zakelijk gebruik van elektriciteit (voor onder andere markten, evenementen en feestverlichting) is in Nederland de Arbo-wet van kracht. In deze wet wordt onder andere verwezen naar de volgende normen:

  • Diverse Europese productnormen;
  • EN 50110: deze Europese norm omschrijft bedrijfsvoering van elektrische installaties;
  • NEN 3140: de Nederlandse aanvulling op EN 50110;
  • NEN 1010: Nederlandse norm veiligheidsbepaling laagspanningsinstallaties (toelichting zie bij aanleg).

Aandachtspunten

Hieronder staan een aantal aandachtspunten uit de EN 50110 en NEN 3140 voor het toepassen van elektriciteit in de openbare ruimte:

  • Voor alle elektrische installatiemiddelen moeten onderhoudsprocedures worden vastgelegd door de hoogst verantwoordelijke in de organisatie;
  • De beheerder dient Voldoende Onderricht Persoon te zijn;
  • Alle installaties moeten met passende regelmaat worden geïnspecteerd;
  • Alle onderhoud en inspecties moeten schriftelijk worden vastgelegd;
  • Defecten moeten zo spoedig mogelijk worden hersteld;
  • Scheiding tussen gebruikers en beheerders in bereikbaarheid van de installaties;
  • Materialen mogen uitsluitend gebruikt worden voor hetgeen waarvoor het is bedoeld.

Vuistregels

Hieronder vindt u een aantal vuistregels waarbij tijdens het gebruik en exploitatie van een markt rekening moet worden gehouden. Deze vuistregels zijn ondersteund met enige voorbeelden.

  • Gescheiden compartimenten;
  • Voeding, verdeelinrichting en alle installatieautomaten van elke kast alleen toegankelijk voor marktbeheerder;
  • Maak dit compartiment toegankelijk via een apart slot;

  • Marktmeester of beheerder dient een aangewezen voldoende onderricht persoon (VOP) te zijn;
  • Kooplieden hebben alleen toegang tot contactdozen;
  • Minimaal één à twee keer per jaar periodiek onderhoud van de kasten met inspectie inclusief registratie via logboek;
  • Kasten voor en na gebruik niet door beheerder te openen of te sluiten: marktkooplieden hebben eigen compartiment met sleutel;
  • Gebruik van correcte snoeren en aansluitmateriaal door kooplieden.

Persoonlijk advies?

Contact opnemen

Marcel Mol

Productspecialist

Onze adviesartikelen zijn een mix van regelgeving en onze ervaring in de praktijk. Er kunnen geen rechten worden ontleend en wij zijn niet aansprakelijk voor mogelijke consequenties die voortvloeien uit deze informatie. Wil je zeker weten dat je een goede keuze maakt? Neem dan contact op.